Om van A naar B te komen gebruik je in het Duits een Straße. In het Nederlands heb je daarentegen l’embarras du choix (ja, in het Frans!), want je moet of een weg of een straat nemen. Net als andere talen onderscheidt het Nederlands tussen een weg buiten de stad en een straat, die altijd […]
Monatsarchiv für November 2014
Boodschap
Vorige week ontving ons instituut Marnix Krop, die tot augustus 2013 Nederlands ambassadeur (Du. Botschafter) was in Berlijn. Inderdaad, het Duitse Botschaft correspondeert in deze context met het Nederlandse woord de ambassade – en dus niét met de boodschap. Het woord boodschap wordt ten eerste gebruikt als synoniem van ‚mededeling‘, ‚bericht‘. De heer Krop kwam op bezoek om […]
Blind date
Geen flauw idee hoe jong de lezers van deze blog zijn… Kennen ze Konrad Adenauer nog? U zult het fotootje rechts moeten aanklikken om de gelijkenis te zien. Max Adenauer lijkt als twee druppels water (wie ein Ei dem andern) op vader Konrad. Nog mooier vond ik deze foto van Max met Philippe de Gaulle, […]
Buchstaben mit Löchern
Wer Niederländisch oder Deutsch schreibt, muss immer wieder an die Löcher denken: Im Deutschen brauchen wir sie über den Vokalen für die Umlaute, im Niederländischen gelegentlich als Trema. Trema ist vom altgriechischen Wort für Loch abgeleitet. Eine plausible Bezeichnung, wenn man bedenkt, wie die alten Griechen schrieben. Natürlich gab es Papyrus und später Pergament, aber […]
Een ei hoort erbij
Ik zit met een ei. Met andere woorden: ik heb een probleempje. Ik wil u vanalles vertellen over het kippenei (Du. Hühnerei), maar ik weet niet waar ik zal beginnen. Zeker in deze tijden van vogelgriep zijn kippen en eieren weer een gevoelig onderwerp – maar daarover moet u maar elders lezen. Dan begin ik maar […]
Knaapjes
Dit zijn een heleboel knaapjes! Kleiderbügel, in het Duits. Waar komt dat woord vandaan? Een knaap (Knabe) is oorspronkelijk een knecht. Ook het Duits kent het woord laarzenknecht (Stiefelknecht), voor een hulpmiddel om je laarzen uit te trekken. Het is als het ware (gleichsam) een schoenlepel (Schuhlöffel, Schuhanzieher) voor laarzen. Een mantel, een colbert (Sakko), […]
Varkentjes wassen
Bij het badmintonnen spelen wij gewoonlijk dubbelspel (Du. Doppel). Nadat onze tegenstanders al twee keer van ons verloren hadden, vroegen ze revanche. „Mit euch haben wir noch ein Hühnchen zu rupfen“, zei de ene dreigend. Waarop hij geïnteresseerd informeerde of die uitdrukking ook in het Nederlands bestaat. Nee, een kippetje met iemand plukken, dat doen […]
Vlaai en nonnevotten in de refter
In een commentaar op een blogbijdrage van een tijdje geleden was sprake van een Belg die met middagrust in de refter is. Een refter (Refektorium) is een kloostereetzaal. In het katholieke België wordt dit woord ook gebruikt voor een eetzaal in met name (namentlich) een bedrijf of school. De vorige bijdrage ging o.a. over nonnenscheetjes […]
Boontjes en toontjes
Als we het over lichaamsfuncties en stofwisseling hebben, zwijgen we allemaal in dezelfde taal. Deze thema’s liggen in onze taboesfeer, en juist daarom zijn ze voor de taalkunde erg interessant. We vinden vaak begrippen op verschillende niveaus van beleefdheid. Hoe sterker het taboe, hoe sterker de afstand tussen formele omschrijvingen en krachtwoorden. Niezen is bijvoorbeeld […]
Moet kunnen!
Je hebt in het Nederlands van die uitdrukkingen – zo heerlijk kort en krachtig, to the point – die ik in het Duits mis: dat moet (das muss sein), dat kan (das ist möglich) en dat mag (das ist erlaubt). Er is ook gauw een „niet“ aan toegevoegd. Een bijzonderheid is nog: dat hoeft niet […]

Die