Nederlands

Beobachtungen zur niederländischen Sprache

Homo’s en/in kunst

In oktober 2014 was de Nederlandse kunstenaar Dries Verhoeven te gast in Berlijn. Zijn kunstproject „Wanna Play? – Liefde in tijden van Grindr“ was niet onomstreden: hij projecteerde berichten die andere mannen hem stuurden via de datingwebsite Grindr zonder hun medeweten op een scherm midden in Kreuzberg. Een aantal mannen was daarover niet zo opgetogen.

Symbool voor homoseksuele mannen (Foto: PD Unicode-BMP-2600)

Verhoeven herneemt zijn performance in Utrecht in mei, meldt De Volkskrant. Benieuwd wat voor reacties hij in het thuisland oogst – ondanks vernieuwd concept: voortaan zal hij zijn chatpartners melden dat ze ook deelnemen aan een kunstproject.

Het kunstproject, de performance zo u wil, past in deze tijd waarin steeds meer gedeeld wordt – ook de meest intieme gegevens. Of u dat zelf ook doet, laten we uiteraard aan u over. Maar we vinden het wel fijn als u via de social media buttons aan jan en alleman laat weten dat u onze blogpostjes kunt smaken. (Jan en alleman is volgens Van Dale in het Duits „Hinz und Kunz“, of „Krethi und Plethi“. Hier een overzicht van vertalingen in nog andere talen.)

Ook in De Standaard (betaalmuur) een artikel waarin homo’s een vooraanstaande rol spelen. In de nieuwe prestigieuze reeks van de Amerikaanse zender „Looking“ zijn de drie hoofdrolspelers homoseksuele mannen. Sommigen vinden de reeks, schrijft de journaliste, „te nichterig.“ Dat is een afleiding van „nicht“, een verwantschapsterm die ook voor een mannelijk homoseksueel kan gebruikt worden (informeel, volgens Prisma, een geuzennaam én een scheldwoord volgens anderen)(D. tuntig, die Tunte: duidelijk negatief geconnoteerd).

Meer weten over benamingen, scheldwoorden en geuzennamen voor homoseksuelen? Kijk op Dutch ++. Kent u de uitdrukking „uit de kast komen„?

Zakkenrollers en tasjesdieven

Zakkenroller (anoniem, https://www.rijksmuseum.nl/collectie/SK-A-1429, PD)

Zakkenrollers zijn Taschendiebe. Tasjesdieven roven/stelen tasjes! Alweer zo’n falscher Freund! Zakkenrollers jatten (klauen) wat in je broek-, jas- of rugzak zit, of ook in je tas(je): meestal is dat je portemonnee. Erg genoeg! Denk aan al die pin-, chip- en andere kaarten die daar weer in zitten. De afbeelding links laat zien dat Nederlanders er in de 17e eeuw al een handje van hadden, van zakkenrollen bedoel ik. Ziet u die man (links van het midden) met de linkerhand op zijn rug en de rechterhand in de zak van zijn buurman? Zo!

Tasje met krokodil (Tropenmuseum, CC-BY-SA-3.0)

Tasjesdieven gaan er met je hele tas vandoor: daarin, behalve je portemonnee en mobieltje ook je lippenstift, zakspiegeltje en allerlei andere waardevolle spulletjes (Sachen). Dit minieme maar cruciale verschil (zak-tas) wordt in de alledaagse Duitse criminele sector niet gemaakt.

Dat je gerold bent, zul je in de regel pas merken als het te laat is. Maar hoe kun je je tegen tasjesdieven beschermen? Hoe kun je je verdedigen tegen belagers die het op je tasje gemunt hebben? Makkelijk zat (sehr einfach): met een tasje, een pittig meptasje! Daarmee, zo valt op www.tassenmuseum.nl te lezen,

sloegen dames honden van zich af, gaven ze dieven een klap op hun hoofd, of hielden een winkelkarretje tegen dat de heuvel afrijdt. Een meptasje is een talisman, een wapen; zekerheid voor elke (onverwachte) situatie.

Meppen betekent overigens schlagen, hauen: je kunt iemand een flinke mep verkopen met zo’n tasje. Lastige vliegen gaan we echter met een vliegenmepper (Fliegenklatsche) te lijf!

Nederland kent een lange designtraditie, niet alleen wat tassen en tasjes betreft, zo blijkt uit dit historische bioscoopjournaal over de 12e Internationale Huishoudbeurs in Amsterdam. Heel bijzonder is de commentaarstem van Philip Bloemendal. Luistert u eens hoe men anno 1957 Nederlands sprak.
Dan ga ik intussen met mijn Vlaamse collega een tasje koffie drinken.

Als effectief effectief niet effectief betekent

(c) De Standaard

De Vlaamse krant De Standaard publiceerde afgelopen zaterdag het Gele Boekje, een woordenlijst met 1000 Belgisch-Nederlandse woorden. De titel van het boekje: Hoe Vlaams mag uw Nederlands zijn? De lijst moet als leiddraad dienen voor de Standaard-medewerkers. Zoals elke discussie over taal in België heeft ook het verschijnen van dit boekje alweer heel wat los gemaakt. Op de Nederlandse radio bijvoorbeeld ging Standaard-hoofdredacteur Karel Verhoeven in discussie met Wim Daniëls, een Nederlandse taalkundige die altijd overal een mening over heeft. Zo ook over dit boekje: hij vindt dat zo’n lijst “een aanslag op de Vlaamse identiteit” is (De Nieuws BV op 30 januari). Kan het misschien ook een onsje minder?

Nu we het dan toch al hebben over Vlaamse woorden: veel interessanter dan die woorden die altijd als ‘typisch Vlaams’ genoemd worden (zoals goesting, plezant of plattekaas in een artikel over het Gele Boekje bij de NOS) vind ik de meer subtiele afwijkingen. Woorden die zowel in Nederland als ook in Vlaanderen vaak voorkomen, maar die in hun gebruik toch behoorlijk grote regionale verschillen vertonen. Het woord effectief is zo’n voorbeeld.

Effectief

Volgens de woordenboeken betekent effectief ‘doeltreffend’: effectieve medicijnen zijn geneesmiddelen die goed werken bij de bestrijding van een bepaalde ziekte, effectieve maatregelen zijn maatregelen die het beoogde effect hebben. In het Duits zou je in deze contexten wirksam kunnen gebruiken of ook effektiv.

Daarnaast zijn er allerlei vaktalige gebruikswijzen, waarin effectief eerder zoiets als ‘werkelijk’ betekent. Voorbeeld: een ambtenaar in effectieve dienst is actief werkzaam in zijn functie (dt. ‘in aktivem Dienst’). Voor België kent Van Dale een daarvan afgeleid gebruik in juridisch taalgebruik: als iemand drie jaar effectief krijgt van de rechter dan is daarmee een onvoorwaardelijke gevangenisstraf bedoeld (dt. ‘ohne Bewährung’).

Ik had hier onlangs al verteld dat ik op het moment een paar Erasmus-studenten uit Vlaanderen in mijn colleges heb. En ik heb de indruk dat zij deze tweede, oorspronkelijk vaktalige betekenis van het woord effectief hebben gegeneraliseerd en uitgebreid naar andere contexten. Ze gebruiken het woord heel vaak, maar meestal niet in de ‘doeltreffend’-betekenis.

Soms lijkt er sprake van het door elkaar gebruiken van effectief en efficient (zie hiervoor bijv. taaltelefoon.be), maar daar gaat het me nu niet om. Ik heb het over zinnen als dat werkstuk gaat er effectief komen of hij is effectief naar huis gegaan.

Hier zijn een paar voorbeelden die ik via Google gevonden heb op Belgische websites:

  • Als je je inschrijft voor een cursus Duits op zaterdagmorgen, dan mag je niet te beroerd zijn om op zaterdag ook effectief vroeg op te staan, ook al is het borreluurtje op de eerste avond van het weekend wat uitgelopen. (bron)
  • Bij ons betaal je achteraf de lessen die je effectief volgde. […] Dit kan wél bij ons: wij werken zichtbaar en onze deur staat effectief altijd open. (bron)
  • Als je al deze stappen hebt doorlopen kan je effectief je sollicatiebrief schrijven en gaan solliciteren. (bron)
  • De Iconia Tab A100 is een primeur voor Acer, want dit is de eerste 7-inch Android 3-tablet die effectief verkrijgbaar is. (bron)
  • Toch wil Uyttenhove geen officieel standpunt innemen tot hij weet welke winkels er effectief komen. (bron)
  • Op de vraag of ze het zagen zitten om hier later ook effectief te komen werken, reageerde het merendeel alvast positief. (bron)

In deze voorbeelden lijkt de betekenis van effectief afgezwakt tot een soort bevestiging of bekrachtiging van de inhoud van de zin (‘daadwerkelijk’ of ‘echt’). Het functioneert hier dus als een bijwoord van modaliteit en zo wordt dit Belgisch-Nederlandse gebruik ook in de Dikke Van Dale genoemd. Dat we hier te maken hebben met een verschil in gebruik tussen Nederland en Vlaanderen blijkt als we bij Google gericht zoeken naar teksten uit Nederland of België. Ik heb dat bijvoorbeeld gedaan voor de woordcombinatie “effectief te komen” (zoals in het laatste voorbeeld hierboven).

Aantal treffers bij Google (op 31-1-2015):

Dit opmerkelijke verschil laat al zien dat er effectief iets aan de hand is. Mijn Vlaamse studenten zijn dus geen uitzondering; het woord effectief wordt in Vlaanderen effectief anders gebruikt dan in Nederland.

Ik weet niet of het woord ook in het Gele Boekje voorkomt (ik heb dat nog niet in handen of op het scherm gehad), maar ik zou het wel interessant vinden om te horen of ook het hier beschreven gebruik van effectief wordt afgeraden door De Standaard.

Vlagida und die Lügenpresse

Deutschland war lange Zeit Exportweltmeister. Maschinen oder Autos gehen schiffsladungsweise in die Welt. Die deutsche Sprache ist eher ein Ladenhüter (nl. winkeldochter). Meist beschränkt sich der deutsche Sprachexport auf einzelne Wörter. Im Niederländischen haben beispielsweise die alten Klassiker wie überhaupt und sowieso treue Kundschaft.

In den letzten Wochen kamen wieder ein paar Exportworte dazu. Das prominenteste davon ist das Akronym Pegida. Die Protestbewegung Patriotische Europäer gegen die Islamisierung des Abendlandes hat damit eine griffige Bezeichnung gefunden, die in der Öffentlichkeit sehr schnell verfangen hat. Inspiriert war sie vielleicht von Hogesa, den Hooligans gegen Salafisten, welche noch weitaus radikaler und gewaltbereiter schon einige Monate zuvor durch die Medien gingen.

Inzwischen fungiert die Pegida aus Dresden als eine Art Dachmarke für ähnliche Demonstrationen in anderen Städten, etwa Dügida in Düsseldorf oder Bagida in Bayern. Seit Kurzem sind auch die ersten Zweige außerhalb Deutschlands aktiv. Pegida hat es über die Sprachgrenzen geschafft.

In Antwerpen wurde kürzlich eine Demonstration des dortigen Pegida-Zweiges mit Verweis auf die Bedrohungslage untersagt. Während sich das Pegida-Organisationsteam in Deutschland anscheinend schon in der Auflösung befindet, plant Pegida Vlaanderen gerade einen zweiten Versuch, eine Demonstration anzumelden. Interessant ist, dass auch die belgische Protestbewegung auf den Begriff Pegida zurückgreift und damit die Marke aus Deutschland unverändert übernommen hat. Auf Niederländisch funktioniert das Akronym nicht ohne weiteres. Patriottische Europeanen tegen de islamisatie van het avondland liefe auf so etwas wie Petiva hinaus, wenn man daraus wieder ein halbwegs aussprechbares Akronym bilden möchte.

In Flandern hat sich der lokale Zweig für Vlagida entschieden. Das folgt dem Wortbildungsmuster der –gidas in Deutschland und müsste eigentlich für Vlamingen gegen die Islamisierung des Abendlandes stehen. Das Logo von Pegida wurde unverändert übernommen, mit dem Akronym und seiner Beschriftung auf Deutsch. Vlagida findet man in den Medien seltener als Pegida, ähnlich wie es auch in Deutschland bei den lokalen Ablegern ist. Die Dachmarke ist deutlich stärker als die Derivationen. Und zwar so sehr, dass selbst in niederländischsprachigen Zeitungsartikeln inzwischen nicht mehr erklärt werden muss, was Pegida eigentlich bedeutet. Das ist auch in anderen Sprachen und Ländern der Fall. Pegida Wallonie-Bruxelles, Pegida Nederland und die Zweige in Skandinavien verfahren ähnlich.

Die Transparenz von Pegida als Akronym scheint langsam zu schwinden. In der niederländischen Aussprache sieht man, dass das Wort auf dem Weg der Entlehnung noch zögert: Zum Teil wird es als deutsches Lehnwort klar markiert und [pegida] ausgesprochen, andere Sprecher sagen dagegen [pexida] oder [peɣida]. In den niederländischen RTL-Nachrichten sind in einem Beitrag beide Varianten zu hören. Auch im flämischen Rundfunk wird es als [peçida] schon in die lokale Lautung integriert. Kürzlich hörte ich im italienischsprachigen Programm von Funkhaus Europa die italianisierte Form pègida [‚pɛd͡ʒida] mit Affrikate und einer Betonungsverschiebung. Im Unterschied zu Ebola scheint man sich im Niederländischen bei der Betonung sicher zu sein.

Innerhalb der Pegida-Rhetorik fällt noch ein weiteres Exportwort ins Auge: Pegida Vlaanderen schimpft gegen die leugenmedia.

Pegida Vlaanderen und die "Lügenmedien" (Abb. der Facebookseite von Pegida Vlaanderen)

Pegida Vlaanderen und die „Lügenmedien“ (Abb. der Facebookseite von Pegida Vlaanderen)

In Deutschland wurde die Lügenpresse gerade zum Unwort des Jahres gewählt. Trotz seiner stark belasteten Vorgeschichte ist dieser Begriff zu einem Eckpfeiler der Pegida-Argumentation geworden und hat es als Lehnübersetzung ins Niederländische geschafft. Vereinzelt findet man im Internet schon lange vor dem Aufkommen von Pegida Spuren der Verwendung von leugenpers oder leugenmedia, aber erst jetzt hat diese Bezeichnung richtig Konjunktur.

In den letzten Wochen hatte auch das Französische mit Je suis Charlie seinen Exportschlager, der unter Pegida-Anhängern mit einem perfiden Spin gut ankam. Ironisch ist es schon: Keiner der Pegida-Leute sieht sich vermutlich als besonders überzeugter Europäer, im Zweifelsfall geht die Nation vor. Und doch sorgen im Moment die nationalistischen Abwehrbewegungen dafür, dass Europa sich sprachlich äußerst kreativ austauscht. Schade, dass das Deutsche ausgerechnet solche Begriffe liefert, die am besten von Grenzkontrollen aufgehalten werden sollten.

Twist

Het idee over het woord ‘twist’ te schrijven werd eind vorig jaar geboren, toen de ‘Pietse twisten’ in Nederland weer volop aan de gang waren. ‘Pietse twisten’, dat klonk zeer naar vertrouwde geluiden uit de Nederlandse geschiedenis, de ‘Hoekse en de Kabeljauwse twisten’ namelijk. In de late middeleeuwen woedde deze partijenstrijd op het gebied van het graafschap Holland. De ‘kabeljauwen’ waren de aanhangers van het Beierse huis Wittelsbach dat in de veertiende eeuw het regentschap over Holland verkreeg. Omdat het Beierse wapen aan de schubben van een vis doet denken, kozen de aanhangers van deze partij de geuzennaam ‘kabeljauwen’ (voor geuzennaam zie ook Kom uit de kast).

Holland, goudgulden van Willem van Beieren als Willem V, Graaf van Holland, (1346-1389). (Auteur: Numisantica, CC-BY-SA-3.0-NL).

Hun vijanden bewezen meteen creatief taalvermogen door zich ‘hoeken’ te noemen, omdat men met hoeken (= haken) de kabeljauwen kon vangen. Net als in andere gebieden van het laatmiddeleeuwse Europa waren deze burgertwisten langdurig, wreed en – zinloos. Als de twistfakkel in de samenleving eenmaal ontstoken was, kon zij alleen met grote moeite weer worden geblust. Maar dat kennen we ook van huidige burgeroorlogen. De ‘Hoekse en Kabeljauwse twisten’ eindigden trouwens met de befaamde ‘Zoen van Delft’, die (vroeger) zeer tot de verbeelding van Nederlandse scholieren sprak. Maar in tegenstelling tot wat zij vermoedden, gaven de twistpartijen in 1428 elkaar geen smakkende zoen (D. Kuss) in het Delftse Prinsenhof (dat toen nog een nonnenklooster was), maar het woord betekent hier gewoon vredesverdrag (van verzoenen).

Een blik in het Woordenboek der Nederlansche Taal laat zien dat ‘twist’ en ‘twisten’ in de zin van tweedracht en ruzie maken in het Nederlands heel productief zijn, veel vruchtbaarder zelfs dan in het Duits, waar het woord ‘Zwist’ volgens het Grimmsche Wörterbuch ook nog uit het Nederlands of Nederduits is afgeleid. Het was in de zestiende eeuw nog vrij onbekend, zodat Luther voor zijn bijbelvertaling ‘Hader’ in plaats van ‘Zwist’ gebruikte. Is dit in tegenspraak met de stelling van de altijd naar verdraagzaamheid strevende Nederlandse volksaard?

Wernigeroder (Schaffhausensches) Wappenbuch; Süddeutschland 4. Viertel 15. Jh. (Bayerische Staatsbibliothek München, Cod.icon. 308 n. Wappen Herzog von Holland (Straubing-Holland), CC BY-SA 3.0)

Een neiging tot harmonie die we laatst weer in het nieuwe boek van Herman Pleij historisch konden zien groeien (met de focus trouwens op de late middeleeuwen. Zie ook Moet kunnen! in deze blog)? (Over ‘volk’ en ‘volksaard’ zie het blogartikel van Philipp Krämer ‚Vollekenbond‚).

In ieder geval zijn er ook talloze Nederlandse spreekwoorden, waarin het woord ‘twist’ wordt gebruikt. Ik kies hier voor het laatmiddeleeuwse ‘Outheyt ende joncheyt sijn II dinge, die altoos twisten onderlinghe, want so wat die jooght doet, dunct quaet den ouden, al wert goet‘ (‚Ouderdom en jeugd zijn twee dingen die altijd ruzie hebben. Want wat de jeugd doet lijkt verkeerd in de ogen van de ouden, al is het juist‘.) En zelfs in de traditionele keuken heeft twist ingang gevonden, ik las over een ouderwets Limburgs of Brabants gerecht met de naam ‚twist en tweedracht‘, namelijk erwten en bonen die samen in één pan worden gekookt.

Een andere strekking heeft ‚twist‘ in de weverij. Daar betekent het een draad die uit een bepaald aantal vezels ineengedraaid wordt. Daaruit kan o.m. de ‚twist‘ als een stofsoort ontstaan. Maar het draaien van een draad laat ook andere associaties toe: bij het Engelse ‚tongue twister‘ wordt kennelijk de tong omgedraaid (Nl: tongbreker; D: Zungenbrecher). En van het draaien van je bovenlichaam afgeleid is dan weer de ‚twist‘, die onze ouders zo graag dansten. (Zie de ‚Twisties-Twist-les‘; met dank aan J. Ridderbeekx) Uit ‚twist‘ kan dus ook vermaak voortkomen! Dit zie je ook in de Spaanse en Vlaamse twist die dus niet terugverwijst naar de Nederlandse Opstand en de burgertwisten, maar naar de variant van een spel, in Duitsland bekend onder de naam ‚Gummitwist‘ (in Oost-Duitsland trouwens ‚Gummihopse‘, misschien om het Engels-Amerikaanse ‚twist‘ te vermijden?; Nl: elastieken).
Ik eindig graag met nog twee spreekwoorden: ‚Twist verkwist‘ en (zo’n beetje dezelfde strekking) ‚‘t is een ongelijke twist, zoenen of oren afsnijden‘.

M’n neus!

Men weet niet of het de gewezen secretaris-generaal van de NAVO (Noord-Atlantische Verdragsorganisatie) Jaap de Hoop Scheffer was of de voetballer Ruud Gullit die de Nederlandse uitdrukking alle neuzen wijzen dezelfde kant op (alle sind sich einig) het eerst in het Engels heeft vertaald. Ik zie ze er allebei voor aan (traue es beiden zu): all the noses in the same direction. Geen taal die een Nederlander niet naar zijn hand weet te zetten (gefügig machen)!

Neusbeentje (Anatomography, CC-BY-SA-2.1-JP)

We gaan nog even door met het woordveld „neus„.
En uw neus? Hebt u een wipneus (Himmelfahrtsnase) of bent u een wijsneus (Besserwisser)? Een feestneus? Nog een snotneus (Rotzbengel) misschien?
Bent u ambtenaar? Die beroepsgroep staat erom bekend uit de neus te eten (popeln, sich langweilen, nichts tun). Dat vindt u niet leuk? Dit soort opmerkingen komt u uw neus uit (zum Halse raus)?
Stil maar, begrijp ik. Dat heb ik langs mijn neus weg (ganz nebenbei) gezegd. Wie zoiets serieus durft te beweren, is geen knip voor zijn neus waard (keinen Schuss Pulver wert sein, zu nichts taugen).

Iemand iets door de neus boren betekent: jemanden um etwas bringen/prellen, jemandem die Freude an etwas verderben. Een Belgische wietteler (Anbauer von Cannabis) ziet 11.000 euro door neus geboord. Een tweede voorbeeld: „Er wordt Albert veel eer door de neus geboord„.
Deze wietteler en Albert keken waarschijnlijk behoorlijk op hun neus (wie ein begossener Pudel dastehen, bedeppert dreinschauen).

M’n neus! Ach was! Larifarie! Quatsch!

Jij-bak en uw moeder

Onlangs viel het me weer op op Twitter. Iemand schrijft dat iets een ‚fonetische miskleun‘ is en iemand anders antwoordt: jij bent zélf een fonetische miskleun. Of, een paar dagen eerder: op de vraag of droeftoeter (dt. ‚Trottel‘) een ‚raar Fries woord‘ is, komt als reactie: jij ben zelf een raar fries woord.

Je kunt makkelijk honderden voorbeelden vinden van deze constructie: ‚jij ben zelf een X‘, waarbij voor X van alles kan worden ingevuld. Er zijn kennelijk nauwelijks restricties, zeker als het woord of de woordgroep al in de context aanwezig is, zoals bij de zojuist genoemde voorbeelden. Jenny Audring heeft in 2013 al een bijdrage gewijd aan dit verschijnsel in Neder-L, het elektronisch tijdschrift voor de neerlandistiek (Jij bent zelf een jijbak). Anders dan bij het ‚gewone‘ jijbakken van (vooral) kinderen, komt men volgens Audring op Twitter ook regelmatig jijbak-antwoorden zonder voorgeschiedenis tegen. Het ingevulde element krijgt in deze formule automatisch het karakter van een scheldwoord. Audring: „In de taalkunde heet zoiets type coercion: je stopt een niet passend woord in een constructie en dwingt het daardoor een functie aan te nemen die wél bij die constructie past.“

Ik heb dit voorbeeld van type coercion ook wel eens besproken op college. De laatste keer zaten daar Vlaamse uitwisselingsstudenten bij, die mij wezen op een verwante constructie: ‚je moeder is een X‘, of  – in Schoon Vlaams – ‚uw moeder is een X‘. De oorsprong ligt waarschijnlijk in beledigingen van het type ‚je/uw moeder is een hoer/slet‘, maar ook in deze constructie kan ‚X‘ kennelijk worden vervangen door zo’n beetje alles. Op Twitter vond ik bijv. uw moeder is een streamingdienst (bron) of ook Uw moeder is een t-shirt-koopverslaving! (bron). Ook hier is het niet echt noodzakelijk dat het woord eerder al in de context genoemd is.

Het lijkt erop dat deze constructie in de jongerentaal van Vlaanderen erg populair is. Oorspronkelijk was het zeker beledigend bedoeld, maar inmiddels lijkt het meer een taalgrap, een spelletje. Of deze ‚je moeder‘-constructie ook gebruikt wordt door Nederlandse jongeren – ik heb geen idee.

Collega’s wezen mij erop dat je ook in het Duits een vergelijkbare constructie hebt. Ik was me daar niet zo van bewust, maar inderdaad vind je in de Duitse jongerentaal veel voorbeelden van ‚Deine Mutter ist ein X‘, graag ook met een aangepaste spelling ‚Deine Mudda‘. De Duitse Wikipedia wijdt er zelfs een heel artikel aan. En op een speelse manier wordt er ook in de reclame wel gebruik van gemaakt, zoals hier op een affiche van de Berlijnse S-Bahn. Misschien is het dus wel een internationaal verschijnsel?

Hoe dan ook: mijn studenten wezen me nog op een ‚Wat als‘-clip (van de Vlaamse televiesiezender 2BE), waarin dit allemaal op de spits gedreven wordt: Wat als iedereen sprak als een Marokkaan? Prachtig! Voor de niet-Vlamingen onder ons: je moet twee, drie keer luisteren, dan valt het wel mee…

De videoclip is te vinden op Youtube.

Leistung geliefert, Ziel geholt

Belgiens Premierminister Charles Michel hat CNN geholt, schrieb De Morgen. Natürlich hat er nicht dafür gesorgt, dass der Fernsehsender seine Redaktion nach Brüssel verlegt, um VRT, RTBF und BRF mal zu zeigen, wie es richtig geht. Gemeint war mit der Schlagzeile Michel haalt CNN, dass er es in die Nachrichten von CNN geschafft hat. Man könnte auch sagen: Michel heeft het tot in het nieuws van CNN geschopt.

Die Formulierung Michel haalt CNN ist erstaunlich, weil sie vieles impliziert: Es ist ein spektakulärer Vorgang, dass der Premierminister eines mittelgroßen EU-Landes in einem großen Nachrichtenkanal der USA interviewt wird. Und wenn dies geschieht, dann ist es eine Meldung in der nationalen Presse wert. Es wird gefeiert wie ein Erfolg: Hij haalt het – er hat es geschafft. So als habe er eine besonders große Leistung geliefert (nl. een prestatie leveren), weil in der Nachrichtensendung nicht etwa Mark Rutte oder Werner Faymann um seine Meinung gebeten wurde, sondern eben Charles Michel. Dabei war es natürlich überhaupt nicht Michels unmittelbarer Erfolg, die ihm das Interview einbrachte, sondern die Ereignisse rund um den verhinderten Terroranschlag der Gruppe aus Verviers.

Het halen oder iets halen ist ein Ausdruck, mit dem insgesamt Erfolg umschrieben werden kann. Hij haalt het kann zum Beispiel bedeuten, dass jemand eine schwere Krankheit überwindet, oder dass er große Strapazen durchsteht. Interessant ist dabei, was man alles halen kann. Beispielsweise kann man bei einem Rennen das Ziel erreichen, also de finish halen. Semantisch gesehen ist das faszinierend, denn man geht nicht etwa zum Ziel hin und bringt etwas zurück, wie man es beim Verb halen / holen üblicherweise tut. Sondern man muss sich selbst unter großen Mühen zu genau jenem Ziel hinbringen, wenn nicht gar schleppen. Vor allem aber ist es etwas anderes, als einfach nur am Ziel aankomen. Denn het halen sagt gleichzeitig aus, dass man nicht unterwegs zusammengebrochen ist oder aufgegeben hat. Es signalisiert also nicht nur Bewegung auf einen Punkt hin, sondern gleichzeitig auch die Art und Weise, wie der Weg zurückgelegt wurde. Es mag paradox klingen, aber man kann sogar mit Leichtigkeit etwas halen: De Chevrolet Stingray haalt met gemak de 300 km per uur. Auch hier schwingt mit: Für andere Autos ist das gar nicht so leicht, das ist eine außerordentliche Kraftleistung.

Haben das Ziel gehaald: Janssen, Merckx und Saez Ramon bei der Rad-WM 1967 in Heerlen. (Foto: Nationaal Archief, CC-SA-3.0)

Auf Deutsch ist holen in ähnlichem Sinn weitgehend auf den sportlichen Bereich beschränkt. Eine Fußballmannschaft kann zum Beispiel den Pokal holen, letztes Jahr holten die Bayern gar das Double: DFB-Pokal und Deutsche Meisterschaft. Nico Rosberg hatte 2013 die Nase vorn und holte mit Leichtigkeit den Grand Prix von Monaco.

In der Politik passt holen im Deutschen nur dann, wenn es wirklich um einen Wettstreit geht, zum Beispiel: Ein Parteiloser holt ein Direktmandat für den Brandenburgischen Landtag. Aber Merkel holt CNN? Wohl kaum. Und zwar nicht nur, weil sie auf der Weltbühne wahrscheinlich präsenter ist als Michel und es für sie als weniger schwierig gilt, von dem großen internationalen Kanal zum Interview eingeladen zu werden. Sondern weil dasjenige, was geholt wird, im Deutschen immer ein gegenständliches oder metaphorisch-abstraktes Objekt sein muss: Der Pokal, der Große Preis, der Sieg, der Parlamentssitz. Frankreich holt das Budgetziel könnte wohl eine interessante Castingshow von Endemol sein, aber nicht unbedingt eine seriöse Schlagzeile zur Haushaltspolitik. Auf Niederländisch kann einfach jedes Ziel gehaald werden. Wer jetzt nicht glaubt, dass das Niederländische eine zutiefst optimistische Sprache ist, den soll der Teufel holen.

Leenstelsel

Gisteren werd ik door de Nederlandse radio gebeld. Wat ik ervan vind dat de basisbeurs nu definitief wordt vervangen door een leenstelsel, wilden ze weten. En of wij, nu de studie in Nederland weer duurder wordt, plannen hebben om gericht te werven op de Nederlandse ‚markt‘.

Zo had ik dat nog niet bekeken. Zouden de wijzigingen in de Nederlandse studiefinanciering ertoe leiden dat Nederlandse studenten nu makkelijker kiezen voor een studie in het buitenland? In Duitsland bijvoorbeeld, waar studeren gratis is?

Het is duidelijk dat de vereconomisering van het hoger onderwijs in Nederland nog veel verder gevorderd is dan in Duitsland. Vooral voor de geesteswetenschappen heeft dat fatale gevolgen. De plannen voor de radicale ombouw van de Faculteit der Geesteswetenschappen aan de UvA die eind vorig jaar werden gepresenteerd (en die onder de hashtag #fgwslachting veel stof deden opwaaien in de diverse sociale media) beloven weinig goeds voor de toekomst van de letterenstudies in Nederland.

En nu de volgende bezuinigingsronde, deze keer in de vorm van de introductie van het leenstelsel (een goede samenvatting van de wijzigingen vind je bij onze collega’s uit Münster). Ook deze wijzigingen zullen vrijwel zeker ertoe leiden dat de geesteswetenschappen in Nederland nog meer in de verdrukking komen. Geesteswetenschappelijke studies bieden immers geen duidelijk uitgestippelde carrièrelijn, geen garantie op een goede baan waarmee je zoveel geld gaat verdienen dat het terugbetalen van de studieschuld een fluitje van de cent is.

Vooruit, laat ik het eens proberen.

Basisbeurs weg? Studeren in Nederland te duur?
Kijk eens over de grens!

Mensa van de FU (foto: Studentenwerk Berlin)

We hebben voor je in de aanbieding: een uitdagende en inspirerende studie Nederlandse taal- en letterkunde aan een van de beste letterenfaculteiten en in een van de meest fascinerende steden van heel Europa.

De Neerlandistiek is aan de Freie Universität Berlin ingebed in een grote letterenfaculteit die niet alleen binnen Duitsland, maar ook internationaal een uitstekende reputatie geniet (zie bijv. de laatste THE-Ranking). We bieden studieprogramma’s in de Nederlandse taal- en letterkunde zowel op bachelor- als ook op masterniveau aan. Informatie over deze studieprogramma’s vind je hier, maar je mag uiteraard ook altijd contact opnemen met mij.

Een basisbeurs kunnen we niet bieden, maar wel een goede opleiding in een inspirerende omgeving. En gelukkig hoef je hier geen collegegeld te betalen…

Neus

Wie van idiomatische uitdrukkigen houdt, valt vandaag met de neus in de boter (Glück haben). Ik heb eens in woordenboeken en teksten geneusd (gestöbert) op zoek naar het idiomatische gebruik van ons reukorgaan.

Neem jezelf bij de neus (Javier Carro, CC-BY-SA-3.0-migrated)

Omdat ik geen oenoloog (wijnkenner) ben (hoewel ik in zo nu en dan graag een glaasje drink) wist ik niet dat een bourgogne een goede neus kan hebben: der Burgunder hat eine schöne Blume.

Het neusje van de zalm (das Feinste vom Feinen) heeft een betekenis die ver boven de goed gedekte tafel uitgaat. Op reisbijbel.nl lezen we dat Tsjechië het neusje van de zalm is. Vlinderliefhebbers (Schmetterlinge) zien in vliegveld Deelen zo’n neusje. Tuinliefhebbers kunnen hier terecht. Een scheidende generaal noemt zijn mariniers het neusje van de zalm. En ik wil geen reclame maken, maar er is een restaurant waar Oosterscheldekreeft (Hummer) als neusje van de zalm wordt geserveerd.
En de wetenschap, vraagt u? Welnu: „… bij ons [vind je] absoluut het neusje van de zalm wanneer het technische ontwikkelingen en innovatie betreft.“ zegt prof. Hester Bijl over de faculteit Luchtvaart- en Ruimtevaartechniek van de TU Delft. Ze kijken daar dus verder dan hun neus lang is.

Nu heeft u eigenlijk al genoeg te lezen voor de komende dagen. Ik doe alsof mijn neus bloedt (sich dumm stellen, etwas ignorieren) en ga nog even door. In elk geval nog even de afbeelding uitleggen. Iemand bij de neus nemen is jemanden an der Nase herumführen. Dat kent en kunt u!

En nu ga ik even een frisse neus halen (frische Luft schnappen). Deel 2 komt eraan als u wilt – maar dan wel graag: all the noses in the same direction, zoals de Nederlander in het buitenland blieft te zeggen.